Deze column is geschreven door Tido Visser, artistiek en algemeen directeur van het Nederlands Kamerkoor, als bijdrage voor ZING Magazine nr. 96 – het magazine voor voor zingend Nederland. Meer weten over ZING? Ga naar de website van ZING Magazine!
Het constante gevecht tegen de publieke opinie. Het is een hele nieuwe gewaarwording voor de koorsector. Van baken van verbinding en troost tot bijna staatsgevaarlijke paria. Je moet het er maar mee doen. En de beeldvorming vliegt – net ais het coronavirus zelf – door alle geledingen van de koorsector heen. Niemand ontsnapt eraan. Wie denkt dat de professionele koren het goed geregeld hebben, en hun netwerklijntjes met OCW stevig hebben aangetrokken, heeft het mis. Het Nederlands Kamerkoor staat net als de amateurkoren onder hoogspanning. De organisatie moet constant bijsturen. Concerten worden afgeblazen. Onlangs nog drie in de Ziggo Dome. De organisatie had alles in het werk gesteld om een coronaproof concertbezoek mogelijk te maken. Maar de gemeente besloot dat de Ziggo Dome, in tegenstelling tot tien andere zalen in Amsterdam, geen ontheffing kreeg. En zo moesten wij onze zangers én ons publiek opnieuw teleurstellen. Wanneer deze column wordt gepubliceerd weten we ook of onze productie Tranen van Petrus zijn première mag beleven. Hoewel de zangers in glazen zuilen staan, onderdeel van de indrukwekkende enscenering van dit werk van Orlando di Lasso, is de kans levensgroot aanwezig dat theaters volgende week opnieuw worden gesloten. Zo worden we op dagelijkse basis heen en weer geslingerd tussen hoop en vrees. Net als de talloze amateurkoorcollega’s in Nederland. Het meest schrijnende voorbeeld beleefden wij deze week: het televisieprogramma dat aandacht wilde besteden aan Tranen van Petrus, durfde het niet aan ons live in de studio te ontvangen. Met zeven zangers en een danser. Hoewel er binnen ruimte genoeg was, en anderhalve meter zonder probleem gehaald kon worden, was men bang geworden door de verhalen over het Leidse amateurkoor dat onlangs – deels – door corona werd geveld. Hoewel het vechten is tegen een niet door wetenschappelijke feiten gestaafd onderbuikgevoel begrijp ik de angst van de redactie voor de publieke opinie wel. Als er iets misgaat bij een bezoek van een koor, zelfs al is het de geluidsman die de boel besmet dan zijn de rapen gaar. Hoe konden de redactie zo stom zijn om een koor uit te nodigen? Ik zie de koppen al.
Maar er zijn oplossingen: waarom niet van tevoren opnemen? Waarom ons niet laten zingen vanaf een andere locatie? Daar zal de kijker toch wel begrip voor hebben? Sterker: die zou het juist toejuichen, dunkt me. Dat de landelijke omroep bang is voor de publieke opinie, we moeten het ermee doen. Deze hele maatschappij is verlamd door de publieke opinie. Maar je creatieve vermogen als kunstredactie inzetten, juist nu, om ook de hardst getroffenen een hart onder de riem te steken – lees: de hele koorsector – dat lijkt me nou juist een verplichting. Als dit beeldvormingsvirus verder woekert, bid ik dat wij met 1,7 miljoen zangers in het geweer komen. Dat is nog eens een stukje publieke opinie.